-
1 het accent leggen op
-
2 emphasis
n. accent, klemtoon, opval[ emfəsis] 〈meervoud: emphases [-sie:z]〉2 nadruk ⇒ klem, kracht♦voorbeelden: -
3 подчёркивать
1. adj1) gener. het accent leggen op (iets)2) liter. nadruk leggen op (что-л.)2. v1) gener. onderlijnen, pikeren (в книге), pointeren, aanschrappen, aanstrepen, accentueren, beklemtonen, benadrukken, onderstrepen2) liter. betonen -
4 подчёркивать
1. adj1) gener. het accent leggen op (iets)2) liter. nadruk leggen op (что-л.)2. v1) gener. onderlijnen, pikeren (в книге), pointeren, aanschrappen, aanstrepen, accentueren, beklemtonen, benadrukken, onderstrepen2) liter. betonen -
5 акцентировать
vgener. betonen, accentueren, het accent leggen op (iets) (что-л.) -
6 lay/place/put an emphasis on something
lay/place/put an emphasis on somethingEnglish-Dutch dictionary > lay/place/put an emphasis on something
-
7 акцентировать
vgener. betonen, accentueren, het accent leggen op (iets) (что-л.) -
8 Akzent
Akzent〈m.; Akzent(e)s, Akzente〉♦voorbeelden:einen starken Akzent auf etwas legen • sterk het accent op iets leggen -
9 einen starken Akzent auf etwas legen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen starken Akzent auf etwas legen
-
10 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский